Max, Chiara & Martijn over hun D2
Jullie verslaggever had een leuk gesprek met Max, Chiara en Martijn.
Waarom zijn jullie trainer-coach bij de jeugd geworden?
Chiara: ik kende de kinderen van het team en ik werd door hen gevraagd om trainer-coach te worden. Het leek me leuk om te doen.
Max: Ik werd gevraagd door Chiara en het leek mij leuk. Het is mij goed bevallen!
Martijn: Ik had al een keer het team van mijn dochter getraind en nu wilde mijn andere dochter dat ik haar ging trainen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik vind het ook leuk om met beginnende trainers samen te werken.
Wat is jullie taakverdeling?
We geven om de beurt de training. Bij de wedstrijden hebben Chiara en Max elk een vak dat ze coachen. Martijn gaat soms in het ene vak coachen en dan weer in het andere vak.
Wat zijn jullie goede punten en verbeterpunten als coach?
Alle drie zeggen ze dat ze beter moeten overleggen. Max kan goed met de kinderen omgaan. Het is wel van belang dat ondanks de vriendschappelijke relatie bij trainingen en wedstrijden de prestaties niet op de achtergrond mogen komen. Chiara vertel dat ze goed onderscheid kan maken tussen serieus met korfbal bezig zijn en de vriendschappelijke relatie die ze met de kinderen heeft. Wat beter kan is dat de kinderen vaker moet luisteren. Martijn is vooral goed in het enthousiasme en de techniek. Wat beter kan, is niet alles metéén willen.
Hoe gaat het met de D2 in de zaal?
Goed we staan bovenaan en hopen kampioen te worden. Omdat we te veel spelers hadden zijn twee spelers naar de D1 gegaan. Maar we hebben er ook weer twee nieuwe spelers bijgekregen. Sterke punten van het team zijn dat ze alles snappen. Ook kunnen zij de ballijn verdedigen. Ook zien ze wat ze fout doen. Wat beter kan is luisteren, rustiger aan doen en niet te snel dingen willen
Hebben jullie tot slot nog wat toe te voegen?
We hopen kampioen te worden. En als de ledenaanwas zo blijft hebben we in het veld een D3 nodig!
Beste Chiara, Max en Martijn, bedankt voor het interview. Ik wens jullie en de D2 veel korfbalplezier en succes,
Geschreven door: Ron Konijn